donderdag 30 augustus 2018
Groeiend aantal zzp'ers in de zorg: 'Alleen zo hou ik dit werk nog vol'
dinsdag 28 augustus 2018
Maarten, Esther en Marten hebben twee dingen gemeen: ze zijn oude rotten in de zorg én ze zijn voor zichzelf begonnen. Ze zijn niet de enigen, want het aantal zzp'ers in de zorg groeit. Steeds meer zorgmedewerkers zijn de hoge werkdruk door personeelstekorten zat en besluiten om zzp'er te worden.
Daarnaast geeft Tabak aan dat het signaal dat van deze ontwikkeling uitgaat serieus genomen moet worden. "We hebben onderzoek gedaan en 60 procent van onze leden geeft aan dat na het zzp-schap de zorg voor hen geen optie meer is. We moeten eens goed nadenken over waarom dat precies is."
In loondienst geen tijd om goede zorg te leveren
Vorig jaar besloot kraamverzorgende Ester van de Kamp om zzp'er te worden, na negen jaar in loondienst te hebben gewerkt. Het voelde voor haar als een sprong in het diepe. "Het is onbekend, je verliest de zekerheid en wat je hebt opgebouwd. Ik kreeg ook veel waarschuwingen van anderen dat ik het niet moest doen." Toch zette ze door en nu zou ze nooit meer terug willen. "Ik heb nu veel meer tijd voor het gezin waar ik aan het werk ben. Toen ik nog voor een baas werkte, werd ik steeds weggeroepen naar andere klussen en moest ik van hot naar her rennen. Ik had het gevoel dat ik geen goede zorg kon leveren." De werkdruk was voor haar een reden om de switch naar het zzp-schap te maken, maar ook het salaris wat er tegenover stond. "Hard werken voor weinig geld is niet zo prettig." Nu houdt ze per maand veel meer over, al benadrukt ze dat er ook risico's aan verbonden zijn. "Je moet wel een klantenkring opbouwen en weet minder goed waar je aan toe bent."
Ook Maarten van Eerd, verpleegkundige op de spoedeisende hulp, maakte twee jaar geleden de overstap naar het zzp-schap. Voor hem was het echter een bittere noodzaak. "Ik stond op het punt om te stoppen. Als ik die stap niet had gezet, had ik dit zware werk misschien niet meer gedaan. Als zzp'er hou ik het vol en vind ik het nog leuk." Hij ziet om zich heen dat collega's ook de stap naar het zzp-schap zetten. "Vooral jongere collega's. Voor hen is de keuzevrijheid heel erg belangrijk. Ik kan als zzp'er zelf kiezen welke ziekenhuizen ik van mijn diensten wil voorzien en voor hoe lang. Dat geeft minder druk en meer vrijheid, ook in mijn persoonlijke leven." Doordat er grote personeelstekorten zijn is het volgens van Eerd niet moeilijk om aan werk te komen. "Als je al een beetje bekend bent in verschillende ziekenhuizen moet je eerder 'nee' verkopen dan dat je moet gaan leuren. Men is blij dat je als zzp'er de gaten komt opvullen."
Liever arts, dan manager van een eigen zaak
"Ik krijg vaak de vraag hoe het nou is om als huisarts zzp'er te zijn. Van jongere collega's die een eigen praktijk niet zo zien zitten, maar ook van oudere collega's die klaar zijn met al het papierwerk", vertelt Marten Japenga. "Dan hebben ze aan mij een goede, of juist een verkeerde: ik doe het namelijk al twintig jaar." Japenga werkt twee tot drie dagen per week als waarnemend huisarts in een praktijk en doet verder invaldiensten. "Ik wil graag arts zijn, maar niet per se de manager van een eigen zaak. De berg papierwerk op het bureau en de druk van zorgverzekeraars mis ik zeker niet."
Daarnaast biedt het zzp-schap ok persoonlijke vrijheid. Voor 'nieuwe' huisartsen is dat volgens Japenga een belangrijk aspect. "Jonge collega's willen ook graag ruimte voor privé, sport en hobby's. De tijd dat een eigen praktijk het ideaal was en alles in hun leven in het teken stond van het huisarts zijn, is voorbij." Dat blijkt ook uit de cijfers: de afgelopen tien jaar is het aantal huisartsen toegenomen, maar die groei komt vooral door een grote toename van waarnemende huisartsen. Het aantal huisartsen met een eigen praktijk nam nauwelijks toe.
En wat betekent het voor de patiënt?
De drie zzp'ers zien veel voordelen in het zzp-schap, maar wat betekent het eigenlijk voor de kwaliteit van de zorg? "Ik denk dat als je het aan patiënten vraagt dat zij liever een vaste huisarts hebben, zeker bij intieme zaken. In die zin is het niet goed voor de patiënt zelf", geeft Japenga toe. En SEH-verpleegkundige Van Eerd ziet dat er soms samenwerking in een team mist. "Je kent elkaar niet zo goed en weet dan niet zo goed wie je waarmee kan belasten. Maar de basis van het werk is hetzelfde. En als je wat ervaring hebt kun je redelijk snel erop insteken." Volgens Van der Kamp zijn haar klanten nu beter uit. "Ik heb nu gemiddeld twee klanten in de maand, waardoor ik veel meer tijd voor ze heb. De druk en het opgejaagde gevoel zijn weg. Ik doe dit werk met heel veel liefde en kan de mensen nu geven wat ze willen."