woensdag 11 april 2018
Uitspraak Hoge Raad wordt niet helemaal correct uitgelegd; nog geen reden voor paniek
vrijdag 6 april 2018
De afgelopen tijd verschenen er nieuwsartikelen waarin werd beweerd dat het voor zzp’ers in de zorg lastiger wordt om te kwalificeren als ondernemers door een recente uitspraak van de Hoge Raad, die betrekking had op een verpleegkundige die thuiszorg verleent. Echter, betrof dit een zaak die zich afspeelde tussen 2013 en 2014 en is er sindsdien veel veranderd voor zzp’ers in de zorg.
De zaak betrof een verpleegkundige die als zzp’er werkzaam was en opdrachten verrichtte in de thuiszorg via een zorgbemiddelingsbureau. De Belastingdienst heeft toen bij een controle geoordeeld dat de vrouw in loondienst was bij het zorgbemiddelingsbureau. Vorige week heeft de Hoge Raad de Belastingdienst in het gelijk gesteld omdat als het gaat om vakinhoud én de manier waarop zorg georganiseerd wordt, de zorgverleners instructies moeten opvolgen van de zorgaanbieder.
De uitspraak van de Hoge Raad gaat over de periode tussen 2013, 2014 en de daarbij behorende wet- en regelgeving. Na deze periode is er veel veranderd. Op 1 januari 2016 is namelijk de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg in werking gesteld. Dat houdt dus in dat de uitspraak die de Hoge Raad vorige week gedaan heeft niet te vergelijken is met de huidige situatie. Daarnaast is een ander groot verschil het feit dat zzp’ers tegenwoordig kunnen werken volgens modelovereenkomsten die door de Belastingdienst goedgekeurd zijn.
Tevens is er niet alleen maar een negatieve uitspraak gedaan ten opzichte van zzp’ers. Het Gerechtshof in Den Haag heeft in december 2017 ook een positieve uitspraak gedaan over een vergelijkbare zaak. In die zaak, die zich eveneens in 2013 afspeelde, werd een thuiszorgmedewerker wel als ondernemer erkend.
Duobus houdt alle ontwikkelingen in de gaten en zal waar mogelijk actie ondernemen om te zorgen dat zzp’ers in de zorg in overeenstemming met de geldende wetten zorg kunnen blijven verlenen.